Tijdens de dodenherdenking in Maashees op 4 mei 2018 is bovengenoemd pedje in gebruik genomen.
De foto is gemaakt door Carla Leijen uit Ravenstein.
Als U meer over Stientje wilt weten, vul dan in het zoekvenstertje “Stientje Jans” in.
Tijdens de dodenherdenking in Maashees op 4 mei 2018 is bovengenoemd pedje in gebruik genomen.
De foto is gemaakt door Carla Leijen uit Ravenstein.
Als U meer over Stientje wilt weten, vul dan in het zoekvenstertje “Stientje Jans” in.
Tienray heeft ongeveer elfhonderd inwoners. Sinds kort zijn daar ook ongeveer vijfhonderd arbeidsmigranten bijgekomen. Er zijn veel Polen bij, maar sinds kort zijn ook 350 Roemenen werkzaam bij Martens Asperges.
Zij vinden onder andere onderdak op camping de Mackay en in het “Polenhotel” aan de Nehobolaan. Maar er wonen ook veel migranten in particuliere huizen al dan niet gehuurd. Hoewel er in Meerlo een winkel is gekomen voor Polen gaan ze toch veel liever naar Jan Linders. Dat is lekker dichtbij en goed. Uitzendbureau Sunpower doet zijn uiterste best om alles netjes te houden.
Zo staan er enkele prullenbakken waar de lege bierblikjes in gedeponeerd kunnen worden. Daarnaast gaat een medewerker regelmatig rond. Iedere zondag voetballen een twintigtal Polen op het trainingsveld van Sporting ST onder elkaar en vergeten wel eens de goals terug te zetten. Het inwonertal is inmiddels opgelopen tot zestienhonderd.
Niet alleen asperges, zoals je ziet.
Met Carnaval zijn alle mannelijke inwoners geiten.
Langs de Donkerhofsteeg wordt met man en macht gewerkt om een manege uit de grond te stampen.
Op verzoek van mevrouw Poels uit Swolgen wordt binnenkort ook Tienray toegevoegd aan de plaatsen met een manege. Grootleverancier is Sevenum en binnenkort komt daar ook Evertsoord bij. Boerderijen zijn al opgekocht.
Het aspergeseizoen staat voor de deur. De winkel gaat weer open en zal ongetwijfeld weer veel liefhebbers trekken.
De verwachting is, dat maar liefst 350 arbeidsmigranten ingeschakeld worden voor het vele werk. De mensen zijn hoofdzakelijk afkomstig uit Polen en Roemenië. De bedrijfsleider is zich al aan het verdiepen in de Roemeense taal.
Twee bussen van het bedrijf zullen de arbeiders naar de plak brengen.
De opvang van de Belgische vluchtelingen in Tienray
Op 28 juli 1914 begon de Eerste Wereldoorlog, die op 11 november 1918 eindigde. Het spreekt vanzelf, dat tijdens deze Grote Oorlog veel Belgen een veilig heenkomen vonden in Nederland. Bijna dertig vluchtelingen vonden onderdak in Tienray. Zij kwamen uit Antwerpen, Grimbergen, Zele en Sint Gillis. De eersten kwamen op 15 oktober 1914. De meeste mensen gingen weer in april 1915, waarschijnlijk naar een kamp in Deurne.
De oudste persoon was geboren op 7 september 1882 en de jongste op 1 augustus 1914. De komst zou mogelijk te maken kunnen hebben met Klein Lourdes Tienray. De trein deed de rest. Gegevens van deze mensen zijn te vinden in het gemeente archief en de notities van pastoor Aegon jonkheer Von Bönninghausen. De vluchtelingen kwamen terecht in één van de vele slaapgelegenheden die er al waren, maar ook in het klooster. Sommige gezinsleden werden op verschillende adressen ondergebracht. In Tienray woonden in 1914 230 mensen verdeeld over 41 woningen. De genoemde pleegadressen waren: het klooster, Ger Wijnhoven, Henri Otten, Ger Jacobs, Anselm van de Voort, Hermkens, Huijs, Bouten en Kelders. In het klooster verbleven vijf personen en in hotel Wijnhoven (Kloosterstraat 2) maar liefst zes.
De vergoeding die de pleeggezinnen kregen bedroeg tachtig cent per dag. De kinderen waren goedkoper voor de overheid.
Hier volgen de namen in willekeurige volgorde: Maria Aertsens, Henri en Gertrud Denteneer, Pater Vincentius Van der Velden, Pater Augustinus, Broeder Benedictus, Gonda Wijnhoven, Charles, Henri, Norbertus, Leontine en Maria Van Dijk, Julien de Schrijver, Alois de Maarschalk, George Callewaert, Maria, Clementine en Charles Scheirs, Lizie en Elisa Smits, weduwe Octave Bonet, Julia, Eulalis, Henri en Gabrielle Bonet, Therese en Maria Trouillard, Maria van der Borcht en Mathieu Marchand.
Momenteel is men bezig de ontsluitingsweg te maken richting Nehobolaan. Het is een kale vlakte geworden, waarbij ook de afrastering bij het kerkhof verdwenen is. Er zal wel weer een nieuwe komen. Er zullen ook wel nieuwe bedrijfjes komen. Misschien maken ook de bewoners van het hotel voor arbeidsmigranten er wel gebruik van. En dan natuurlijk ook de bedrijven die er al aanwezig zijn. Het zou zomaar kunnen, dat bewoners van Swolgen een andere route naar Jan Linders kiezen.
Deze maand is het honderd jaar geleden, dat de Spaanse griep wereldwijd toesloeg. Miljoenen stierven zonder dat er blijkbaar iets aan te doen was. Ook Tienray ontsprong de dans niet. Juist in die periode waren twee families vanuit Tegelen naar Tienray verhuisd. De familie Frans Cruijsberg nam het pand op Spoorstraat 1 over en zette de horecagelegenheid van Jan Smits voort. De familie Huberts vond onderdak in de “kluus” Over de Beek rechts. Het noodlot sloeg bij dit gezin toe in de week voor Pasen, die “De Goede week” genoemd wordt.
Van de familie Huberts stierven drie kinderen. Ik heb deze drie kinderen in volgorde van overlijden genoteerd.
Frans Wilhelmus geboren op 7 november 1912 overleed op 25 maart 1915.
Elisabeth geboren op 24 augustus 1911 overleed op 26 maart 1915.
Wilhelmus Petrus geboren op 10 december 1913 overleed op 30 maart
Jacob Schreven die vlakbij woonde bracht de kinderen op een boerenkar naar het kerkhof in Swolgen. Hij maakte deze tocht dus drie keer. In Tienray kwam het kerkhof pas in 1927.
Daarna kwamen nog de volgende kinderen: Piet, Elisabeth, Wiel, Stien, Teuntje, Theo, Emilia, Catharina.
Het is echter ook mogelijk, dat de drie kinderen gestorven zijn door een andere oorzaak: slecht water.
Vlak voor de friettent is dit toilet geplaatst. Het is van Boels en zeer kleurrijk, zoals je ziet. Het heeft niets met de aanwonenden te maken, die weten van niets. Als je er gebruik van wilt maken moet je een deken meenemen vanwege de kou.