Het orgel en de orgeltrapper

Het orgel
Op 18 juli 1881 kreeg de kapel in Tienray een tweedehands harmonium met twintig handregisters en drie voetregisters. Het was afkomstig uit de protestantse kerk in Abcoude en kostte in totaal ƒ 500,00. Er was een abonnement afgesloten om het orgel te stemmen voor de prijs van ƒ 5,00 exclusief hotelkosten.
Op 7 juni 1911 wilde het kerkbestuur een nieuw orgel kopen. Daarvoor was destijds toestemming nodig van de bisschop. Ook geld was er nodig.
Het orgel kostte ƒ 1.300,00 waarvan al ƒ 1.000,00 bij elkaar vergaard was. De rest verwachtte pastoor Von Bönninghausen door offergelden in de kapel te verkrijgen.
De orgeltrapper
Vroeger moest men door middel van een blaasbalg “lucht trappen”, voordat men muziek kon maken op een orgel. Daarvoor was een orgeltrapper nodig. Het was niet zo eenvoudig iemand aan te stellen, waarop men kon vertrouwen. Pastoor Von Bönninghausen had binnen korte tijd al de derde “geestelijke windmaker” nodig.
In 1899 kreeg de weduwe Boijen daarvoor vijf gulden per jaar. Dat werd langzamerhand opgetrokken tot ƒ 25,00.
Het orgeltrappen in Tienray leverde ook andere problemen op. Er waren al eens misdienaars aangezet, of de een of andere grote jongen. Maar vaak zat men dan opeens zonder trapper, want op zulke jongens kon men zich volgens de pastoor niet altijd verlaten.
Ten slotte kwam er een goede regeling. Op zon – en feestdagen zou Jacob Schreven trappen voor ƒ 6,00 per jaar, in twee termijnen te voldoen.
Op werkdagen zou A. Crijnen trappen, de Swolgense orgeltrapper.
Die hield er een eigenaardige salarisberekening op na. Hij telde namelijk 12 cent per uur. Het komen en gaan telde hij ook mee in zijn salarisberekening.
Zo waren er keren dat hij 1 ½ uur declareerde en andere keren 2 ¾ uur.
In 1916 was August Knoops orgeltrapper. Die verdiende daarmee acht gulden per jaar.
Omdat het orgel versleten was, kwam er onder pastoor Dinckels een orgelcomité.
Dat bestond uit: Th. van Rijswick voorzitter, Anselm van de Voort secretaris, Sj. Weijs penningmeester en Fr. Janssen, A. Vogel, L. Bartels, G. Wijnhoven en P. Driessen als leden. Er werd weer een nieuw orgel geplaatst.
Op 8 december 1933, werd het nieuwe orgel door de eerste priester – missionaris uit Tienray, Antoon Cruijsberg, plechtig ingewijd. De toeloop van pelgrims was enorm. Vooral de kinderhulde na de middag maakte diepe indruk. Alle gulle gevers kregen een programma toegezonden. Natuurlijk werd dit orgel in 1944 ook totaal verwoest.