Burgemeester van den Bergh

Pieter L.A. van den Bergh werd geboren op 14 april 1882 in Veghel in Noord Brabant. Vader Johannes van den Bergh werd in de loop der jaren notaris in Horst en had zich daar met zijn gezin metterwoon gevestigd. Hij was gehuwd met Theodora Esser uit de befaamde burgemeesters familie van Venray. Hij werkte in Nijmegen, waar hij adjunct commies was op de secretarie van de gemeente.

Zijn benoeming
Op 5 juli 1919 maakte het kabinet van de Commissaris der Koningin in de provincie Limburg bekend, dat de heer P.L.A. van den Bergh benoemd was tot burgemeester van de gemeente Meerlo, bestaande uit vier dorpen te weten Blitterswijck, Meerlo, Swolgen en Tienray. De brief kwam op 8 juli 1919 binnen op het gemeentehuis in Meerlo en de beëdiging zou al op die dag plaats vinden. Hij bleef als burgemeester bij zijn ouders in Horst wonen. Officieel had hij in de gemeente Meerlo moeten gaan wonen. Hij had geen dispensatie aangevraagd, zodat hij een brief kreeg waarin vermeld stond dat hij uiterlijk op 5 februari 1921 zich ONVERWIJLD in zijn gemeente diende te vestigen. Intussen moest hij spreekuur houden voor de bevolking op dinsdag, donderdag en vrijdag van 10 tot 12 uur. Op genoemde datum trok hij op stel en sprong in hotel Wijnhoven, Kloosterstraat 2 en in een later stadium verhuisde hij naar Spoorstraat 26. (Beurskens). Hij zou maar liefst achttien jaar burgemeester blijven van de gemeente Meerlo.

Zijn beginsalaris bedroeg negenhonderd gulden per jaar. Dat liep langzaam van 1928 tot 1925 gulden en tot 2.200 gulden in 1931.

Tienray’s fanfare: Hij was een zeer sympathieke persoonlijkheid en werd in 1922 erevoorzitter van Tienray’s fanfare.

Het crisiscomité: In 1932 werd er in navolging van heel ons land een crisiscomité opgericht in de gemeente met in elk dorp een afdeling. Dat comité besloot om een collecte te houden in de kerken. De opbrengst in Meerlo bedroeg 191,32 gulden. In Blitterswijck werd 104 gulden opgehaald, in Swolgen 116,34 gulden en in Tienray 110 gulden. In totaal was dat 521,66 gulden. Elk dorp kreeg hiervan honderd gulden om zelf in eigen dorp te besteden en de rest werd overgemaakt aan het landelijke comité.

Het armbestuur: Hij was ook voorzitter van het burgerlijk armbestuur in de gemeente Meerlo. Later kwam daarvoor een landelijk systeem ingevoerd.

De staking bij steenfabriek Van Daal. Toen de arbeiders van steenfabriek Van Daal aan de Swolgenseweg staakten, nam hij het voor de stakers op. Hij nam plaats op de eerste rij bij de manifestatie in De Winkel achter de kerk.

De Heilige Stede: Hij was zeer gelovig en lid van de Heilige Stede.

De kermis: Tijdens de kermis in Tienray, destijds het derde weekend na Pinksteren, trakteerde hij alle schoolkinderen op dinsdagmiddag op een ritje in de draaimolen.