De verwoesting van de kerk

Potentiële uitkijkposten als kerktorens, molens, watertorens en hoge schoorstenen werden op last van generaal H. von Obstfelder, opperbevelhebber van het 86e legerkorps, opgeblazen door speciale “Sprengkommandos”. Om de geallieerde opmars te vertragen gebeurde hetzelfde met bruggen, spoorlijnen, weggedeelten, transformatorhuisjes en bomen. In september 1944 lieten de Duitsers springstof aanbrengen onder de kerktoren. Om 8.00 uur in de ochtend van 22 november 1944 lieten de Duitsers de Tienrayse kerktoren in de lucht vliegen. De oude bomen rondom de kerk werden opgeblazen en achter de kerk bleven te midden van de puinhopen alleen de calvarieberg met het kruisbeeld en de winkel staan. Het transformatorhuisje op de hoek bij de kerk werd ook ondermijnd en verwoest.
Volgens pastoor Dinckels was er geen kerk in de hele omtrek, die zo grondig vernield was als het heiligdom van Tienray. Dat kan gekomen zijn door de sabotage, waardoor de toren in eerste instantie niet verwoest werd. Uit woede zouden de Duitsers toen op meer plaatsen springstof hebben aangebracht en tot ontploffing hebben gebracht. Het kan ook gelegen hebben aan de slechte kwaliteit van het kerkgebouw van 1877.
Teng Bartels: De kerk was met dynamiet geladen. Iemand heeft alles onklaar gemaakt, waardoor de Duitsers kwaad werden. Zij hebben daarop die verzetsdaad weer hersteld en nog een springlading aangebracht, waardoor de kerk op twee plaatsen de lucht in vloog.

Een droevige herinnering door zuster Christilla, C.P.S.
22 november 1944
Ja, Tienray’s dierbaarste klokje
Was wel Moeders heiligdom;
Want iedereen mocht er komen,
Steeds was men er wellekom.
Maar….hevig woedde de oorlog
Veel puinhopen zag men alom;
Op een trieste novembermorgen
Viel ook Moeders heiligdom….
En arm als wij, arme mensen
Stond toen het genadebeeld,
Om met ons de pijn te dragen.
Zij, die óók onze vreugde deelt.

Ook de schoorstenen van de beide steenfabrieken moesten het ontgelden. Een Duitse militair had er veel plezier in, dat de schoorstenen van de steenfabrieken werden opgeblazen. Hij kreeg van een officier daarvoor een trap onder zijn achterste. Toch ging er een zucht van verlichting door het dorp, omdat Tienray tijdelijk van die hinderlijke roetuitstoot verlost was.