Bedienaren van de kerk

Lijst van pastoors van Swolgen en Tienray:
1459: Antonio van der Smissen (Smits). Hij is waarschijnlijk uit Swolgen afkomstig.
Deze geestelijke wordt de bediender van de kapel genoemd. Dat hoeft niet perse als pastoor te zijn.
1486: Johannes van der Smisse. Hij heeft de kapel ingewijd en ervoor gezorgd,
dat er inkomsten aan verbonden werden, in de vorm van stichtingen.
1523: Hubert.
1538: Goert van Leeuwen (Godefridus).
1585: Jan Beuijssen,. Hij werd door muitende ketters opgelicht.
In de jaren 1588 en 1589 is er een vacature, maar er worden toch verschillende kinderen uit Swolgen, Meerlo en Tienray gedoopt.
1591: Degenhardt.
1596: Nicolaes Thonis uit Cuijck, pastoor te Blitterswijck.
1609: Laurentius Christiani van den Eent uit Oostrum,
1614: Wilhelm Serarius.
1614-1622: Wilhelmus Sloetenmaeker, pastoor van Broekhuizen.
Hij bediende indien nodig ook Swolgen.
1616: Alexander Noten uit Leuth bij Venlo.
Hij stierf op honderd jarige leeftijd als pastoor van Arcen.
1629-: Hieronymus Mehler uit Suchtelen. Hij stierf in 1636 aan de pest.
1639-1664: Everardus Bruns tot 14 januari 1664.
Hij legde in 1639 het eerste doopregister van Swolgen en Tienray aan.
1664: Cornelis van den Berghe uit Horst.
1669-1679: Jacobus Deckers.
1679: In het voorjaar van 1679 was Petrus Berberen uit Venray deservitor.
1679-1712: Henricus Theodori Derrix of Dierickx uit Hommersum in het land van Cleve van 24 juni 1679 tot zijn dood op 17 maart 1712.
1712-1723: Adolph Beuijssen. Hij werd daarna pastoor te Wanssum.
1723: Joseph Batta deservitor. Hij was eerder pastoor te Wanssum en stierf als kapelaan van Sevenum.
1724-1746: Johannus van Dommelen uit Wanroy in het land van Cuijk.
Hij was eerder ook professor aan de Latijnse school te Venray en bediende de kapel in Castenray. Hij restaureerde de kerk en toren.
1745-1747: Joannes Kuijpers uit Well, deservitor vanaf december 1745 tot juni 1747.
1747-1754: Joannes Kuijpers uit Well. Daarna werd hij deken van Kessel.
1754-1765: Peter Renier Peyrega uit Venray.
1765-1804: Arnoldus Aerts, pastoor.
Hij werd in 1798 tevens deken van Kessel.
Hij ging met emeritaat in 1804 en overleed in 1809 bij de Marollen, een Vlaamse orde, in Grubbenvorst.
1804-1810: Christoffel Ridder uit Uedem in het land van Cleve vanaf 24 juni 1804. Hij overleed op 1 juli 1810.
1810-1814: Wilhelmus van de Ven geboren op het Schoor te Venray vanaf 7 juli 1810. Hij overleed op 17 augustus 1814.
1814-1850: Henricus Hermans uit Blitterswijck vanaf 23 augustus 1814. Hij nam ontslag in 1850, maar bleef op de pastorie wonen.
1850-1874: Petrus Grutters uit Ottersum. Hij was kapelaan in Swolgen vanaf 1846 tot 28 augustus 1850. Daarna werd hij pastoor. Op 8 januari 1874 om 18.00 uur stierf hij.
1874-1909: Joannes Baptist Hubertus Maessen uit Maasniel. Pastoor te Swolgen vanaf 7 februari 1874. Hij stierf op 12 maart 1909.
1909-1916: Egon Gerardus Aloysius Maria Jonkheer von Bönninghausen, geboren te Middelaar. Hij werd op 31 maart 1909 benoemd als pastoor.
1916-1932: Charles (F.A.B.C.) op de Coul, geboren te Roermond. Pastoor te Swolgen tot 1943.

In 1927 wordt Tienray rectoraat.
1. 1927: J.A.H. Dinckels, rector van Tienray

Lijst van pastoors van Tienray.
1. 1932-1955: J.A.H. Dinckels, pastoor van Tienray, overleden in 1963.
2. 1955-1980: A. Geurts, pastoor van Tienray.
3. 1980-1988: Pierre de Klijn, pastoor van Tienray en Swolgen.
4. 1988-1991: Frans Casteleijn, pastoor van Tienray en Swolgen.
5. 1991-1999: geen pastoor. Gedurende de eerste jaren van dit tijdperk zorgden vooral Piet Dinghs en Jo Gielens-Verbong voor het behoud van kerk en erediensten. Gelukkig kwam er hulp van andere vrijwilligers, die hen hielpen om de parochie te runnen. In 1995 voerde Piet Dinghs 676 telefoongesprekken, hij reed 962 kilometer en voerde 286 gesprekken. In totaal werkte hij in dat jaar 416 uren om de parochie in stand te houden.
6. 1999-2001: Ruud Verheggen werd administrator op 15 augustus 1999.
6. 2001- Op 1 februari 2001 werd Ruud Verheggen pastoor van Tienray, Swolgen en Meerlo. In de loop der jaren kwamen daar ook nog bij de parochies van Broekhuizen, Broekhuizenvorst,
Grubbenvost en Lottum. Op 12 oktober 2019 nam hij afscheid en werd een week later in Zuid Limburg geïnstalleerd.

In de vijftiende en zestiende eeuw was het normaal, dat niet alle pastoors zelf resideerden. Sommigen waren pastoor van diverse parochies, terwijl ze er maar één konden bedienen. Zo stond Hubert (1523) zijn functie in Swolgen af aan Sijmon Sijberts uit Herkenbosch door middel van een onderhandse akte. Sijmon Sijberts was zodoende verdiender van de kerk in Swolgen. De overeenkomst had de duur van één jaar. De nieuw benoemde pastoor beloofde goed voor de kerk te zorgen. Hij moest op alle zondagen en feesten van de twaalf apostelen een heilige mis opdragen op het hoofdaltaar, en op de hoogtijdagen van Onze Lieve Vrouw in de kapel van Tienray. Hij verplichtte zich tevens op die dagen te preken. Verder moest hij godsdienstles geven, het Onze Vader en het Avé Maria bidden.
Hij mocht tijdens de contractperiode buiten Swolgen en Tienray geen heilige missen opdragen. In het contract stond verder, dat hij vrede moest houden met iedereen en “dag en nacht” moest biechthoren. Als hij de mis niet opdroeg overeenkomstig het contract, dan moest hij twee Brabantse stuivers boete betalen aan de kerkmeesters voor het onderhoud van de kerk. Hij was verplicht om in Swolgen te slapen. Hij mocht niet drinken, niet dobbelen en moest een kuis leven leiden.
Niet alle pastoors hielden zich nauwkeurig aan de regels van de katholieke kerk. Er is zelfs een lijst van processen van 1551 tot 1797. Onder inventarisnummer 135 is te lezen:
17 juli 1645. Beschuldiging tegen de pastoor van Swolgen wegens verschillende delicten onder meer rondtrekken met zijn huishoudster, het bezoeken van doop – en huwelijksfeesten met haar alsof het zijn echtgenote is, verzuimen sacramenten toe te dienen, verzuimen te preken etc.