Dwangarbeid in Tienray

  • Dwangarbeid in Tienray.
    De mensen van Tienray werden in september verplicht aardappels te gaan schillen voor de Duitse militairen die in de omgeving van Overloon gelegerd waren. Dat gebeurde onder andere bij G. (Sir) van Rijswick, Spoorstraat 68.
    Op vrijdag 6 oktober 1944 werden ongeveer twintig jonge mannen uit Swolgen en een aantal uit Tienray en Meerlo gedwongen aan de Groote Molenbeek te gaan werken. Het was de eerste vrijdag van de maand, zodat velen naar de kerk gegaan waren. De bedoeling van het werk was dat het voor de geallieerde tanks onmogelijk zou worden er overheen te trekken (de zogenaamde tankvallen). De mannen uit Tienray werkten tegenover het klooster.
    Hay Theeuwen moest ook aan de beek werken, de kanten afgraven als tankval. Hij was bezig tegenover het klooster. Plots kwamen er zes vliegtuigen over. Iemand merkte op: “Das sind unsere Freunden”. Een Duits militair zei: “Auch unsere”. Iedereen maakte zich uit de voeten. Hay vluchtte naar Driessen, Kloosterstraat 19. De Swolgense mannen werkten aan de Horster kant van de spoorlijn. Ook zij zochten dekking. Gerard Peeters, de koster van Swolgen, werd door een kogel getroffen, die waarschijnlijk niet voor hem bedoeld was.
    Langs het spoor fietste Kurt Büns. De Duitse commandant riep: “Halt, stehen bleiben”. Büns meende, dat hij als Duitser niet hoefde te stoppen en reed door. Er werd op hem geschoten juist op het moment, dat Gerard overeind kwam.
    Men bracht hem naar Frans Janssen bij de spoorwegovergang. Kapelaan Timmermans van Swolgen diende hem nog het Heilig Oliesel toe. Op weg naar het ziekenhuis in Tegelen is Ger nabij het viaduct bij Grubbenvorst overleden. De kapelaan, die meegereisd was, heeft veel moeite moeten doen, om de chauffeur te bewegen naar Swolgen terug te keren.