De gezondheid en de luizen

De gezondheid
Teuntje Huberts: Omdat ik niet kon werken, heb ik een Krankenschein gehaald en moest ik in Elberfeld naar de dokter. Omdat Piet van den Munckhof daar ook naar toe moest, gingen wij samen, voor de eerste keer met de “Schwebebahn”.
Daar aangekomen moesten wij wachten in de wachtkamer. Niet lang daarna was Piet aan de beurt. Piet had een vetklier in zijn nek en daar moest hij aan geholpen worden. Toen hij terug was, vroeg ik hem hoe het gegaan was. “Goed” zei Piet, “ze hebben hem doorgesneden”. Toen was ik aan de beurt. Ik kwam in de spreekkamer en de dokter vroeg, wat ik had. Ik had het nog niet gezegd of hij begon uit te vallen en sprak van sabotage. Ik kon er verder niets van maken en ik vloog er weer door dezelfde deur uit, en kreeg niets. Ik dacht: “Barst toch rot mof”, en zo zijn Piet en ik weer met de Schwebebahn teruggegaan.
Verzorging van lijf en leden.
Sir Hermkens: 24 november 1944. We stonden met een hongerige maag op en we kregen niets te eten. Daarom gingen we maar bedelen. ´s Middags kregen we wat te eten, al was het weinig. Mijn broer en ik hebben het haar laten knippen.
31 januari 1945. Deze morgen dooit het gelukkig. We kregen voor het eerst ´s morgens koffie. Het heeft de hele dag geregend. Na de middag zijn we er tussenuit gepiept en hebben ons haar laten knippen.
De luizen
De mannen hadden veel last van luizen, die vooral in het donker actief werden. Er werd gezegd: “De hemden bewogen van het ongedierte”. De (wand) luizen waren zo dik als een vlieg en velen zaten onder de bulten en de jeuk. Een veel voorkomende vorm van vrijetijdsbesteding was het vangen van de beestjes. Veel mannen kwamen dagelijks tot wel honderd diertjes.
Een keer moesten alle mannen ontluisd worden. Iedereen moest zich uitkleden en de kleren op een karretje leggen. Die kleren gingen de oven in voor ontsmetting. Na de behandeling probeerde ieder zijn eigen kleren weer terug te krijgen. Een enkeling vond alleen zijn hoed terug.
Terwijl de kleding ontsmet werd, werden de naakte mannen door Poolse meisjes gecontroleerd op luizen. Daartoe moesten ze op een bank gaan staan. Bijna iedereen werd ingesmeerd met lysol of creoline, dat zeer pijnlijk kan zijn. Mannen met veel haar werden eerst geschoren. Niemand begreep het nut van deze vernederende behandeling.
In een centrum in Barmen moest men zich om de beurt uitkleden in een stinkende ruimte en zich insmeren met een olieachtig spul, dat beet en stonk als de ziekte. Daarna mocht men tien minuten genieten van een heerlijke douche. Omdat er geen handdoeken waren, moest men al wachtende droog worden. Intussen werden de kleren behandeld. Deze behandeling hielp even tegen het ongedierte, maar bij “thuiskomst” begon het weer van voor af aan.
Teuntje Huberts: Omdat onze ruggen allemaal onder de schurft of onder de luizenbeten zaten, kwam Jan van Berlo op een dag aanzetten met een pot zalf. Hoe hij daar aan kwam, heb ik nooit gehoord. De een moest de ander insmeren met deze zalf. Het was de eerste week in januari 1945. Wij hadden daar stapelbedden en het was er niet vies. Toen wij nog in Haan waren, moesten wij ontluisd worden.
Dat ging als volgt. Wij werden naar een gebouw gebracht. Toen wij binnen waren, moesten wij ons uitkleden. De kleren werden allemaal aan haken gehangen. Dan gingen wij naar een ontluisruimte. Toen wij daar allemaal naakt stonden moesten wij één voor één in een grote ruimte om daar met de voeten in een bad te gaan staan, waar zwart spul in zat. Ik dacht dat het karbol was, een soort teer. Datzelfde spul zat ook in de douche waar we onder moesten. Toen ik aan de beurt was heb ik waarschijnlijk mijn ogen niet gesloten en heb wat van die rotzooi in mijn ogen gekregen. Daar heb ik van gelust, want dat goedje beet als de pest.
Naast ons zat ook Handrie Jenniskens uit Horst, die op een avond kwam buurten. Meestal kreeg je de avond om, door het vangen van wandluizen in je sokken of hemd of wat je ook maar aan had. We zaten dan op de rand van het bed of op een stoel en dan drukten we de luizen met de duimen kapot en je kunt het geloven of niet maar de nagels waren net zo rood als lippenstift.
Ook kon je het horen knappen als je weer zo´n luis onder je nagels kapot drukte. Het bloed van je eigen lichaam spoot in je gezicht. De luizen zaten voornamelijk in de naden van de kleren. Dat maakte het wat gemakkelijker ze tussen de duimen kapot te drukken.