De lagere school

Zuster Adelberta Emunds kwam naar Tienray om de lagere school op te richten. Het was uitzonderlijk, dat de meisjesschool van Tienray al vanaf de oprichting in 1910 katholiek was. De zusters hadden deze school in het klooster opgericht en zorgden zelf voor de financiën. Vanaf dat jaar gingen de Swolgense meisjes ook in Tienray naar school. Ook meisjes uit andere dorpen wisten de weg naar de Tienrayse school te vinden. Pastoor Von Bönninghausen was de eerste voorzitter van het Tienrayse schoolbestuur.

Mariaschool 1921

Mejuffrouw Schreurs werd hoofd van de school en zuster Adelberta Emunds onderwijzeres. Elke leerkracht had drie leerjaren, die ondergebracht waren onder het latere rectoraat. Na Schreurs kwam mejuffrouw M.B.B. Zwanikken uit Nijmegen. Op 14 augustus 1912 trad deze dame in het klooster en werd van 1 januari 1914 tot 1 augustus 1914 tijdelijk vervangen door Nelly Onland uit Den Bosch. Daarna kwam Zwanikken terug als zuster Theresa.
Op deze foto van 1938 kijken de kinderen wel erg ernstig. Nelly Onland verbleef in het klooster, maar ze kreeg volgens haar vader slecht te eten. Hij schrijft: “
Nu is Tienray Den Bosch niet, maar er moeten per dag goede aardappelen komen en twee eieren”.
Hieruit blijkt, dat het in het klooster geen vetpot was.
Regelmatig mochten de leerkrachten in het klooster inwonen. Zo was er een contract met mejuffrouw Zwan. Zij moest minstens één jaar in Tienray les geven. Daarna kon ze eventueel ontslag nemen. Toen ze definitief benoemd werd, moest ze minstens drie jaar blijven.
Uit een leerlingenlijst blijkt, dat uit Wanssum en Meerlo kinderen in Tienray naar school gingen. De school zal dus wel een erg goede naam gehad hebben. Vooral het vak “nuttige handwerken” sprak de ouders aan. Ook de school in het klooster werd elk jaar geïnspecteerd door de Gezondheidscommissie. De bijzondere school van de eerwaarde zusters in Tienray
“was goed en de reinheid van de inrichting was uitstekend”. De zusters hebben op 1 januari 1915 duizend gulden geleend van de parochiekerk Swolgen tegen vier procent rente. Dit geld was nodig om de school uit te breiden. Op kosten van de congregatie werd een nieuwe lagere school gebouwd met drie lokalen. De fundamenten waren berekend op een eventuele opbouw. De oude lokalen deden dienst als bewaarschool en naaischool, zodat de vrijkomende lokalen aan de linkerzijde van de ingang ontruimd konden worden.
Boven de oude school werden vier kamers ingericht als rectoraat (voor een eventuele rector).
In het voor4jaar van 1916 haalde zuster Willebrorda Brandsma (zus van pater Brandsma) de legere onderwijsakte en werd de derde leerkracht.
Betsie Kursten uit Swolgen die in 1924 aangesteld was voor de eerste en tweede klas kreeg een vaste aanstelling in haar geboortedorp Swolgen. Haar plaats werd ingenomen door zuster Laetitia. In de dertiger jaren werd de speelplaats in Tienray verbeterd en van een afrastering voorzien. De zusters konden van twee klaslokalen één groot maken door middel van een schuifdeur, die echter niet geheel voldeed. Tienray had in 1938 104 meisjes op school en bij het begin van de Tweede Wereldoorlog stonden er 122 kinderen op school ingeschreven.
De Duitsers waren de baas met als gevolg, dat de beeltenissen van koningin Wilhelmina van de muren gehaald moesten worden ende kinderen moesten Duits leren. Ze zeiden: “Zuster de koningin is weg”. De zuster zei met een knipoog: “Ja kinderen, de koningin komt ook wel een keertje terug”. De joodse kinderen die in Tienray waren ondergebracht gingen gewoon naar de meisjesschool in het klooster.
Begin september 1944 kwam het oorlogsrumoer steeds dichterbij en in de tweede week van september werd de school gesloten. Het werd te gevaarlijk en veel ouders durfden hun kinderen niet meer naar school te sturen. Vrij snel daarna kwamen Duitse officieren de school opeisen en kregen de zusters inkwartiering. Binnen een uur moest alles opgeruimd worden. De wandplaten en beelden moesten van de muur en naar de zolder gebracht worden. De schoolborden kwamen in de kelder en de banken werden opgestapeld. De Duitse militairen die begin september 1944 inkwartiering kwamen vragen hadden zich keurig gedragen. Deze militairen moesten ook koken voor hun makkers in Overloon. In het klooster kwamen ook de gewonde militairen als eerste binnen om verzorgd te worden. Daarna gingen ze op transport. Op 6 oktober werd de school door de Duitse soldaten in beslag genomen. Die moest hals over kop ontruimd worden.
Tot 1960 was de lagere school in het klooster ondergebracht. De zusters konden de ruimten echter zelf goed gebruiken en bouwden met toestemming van de overheid een nieuwe school aan de Bernadettelaan. Vanaf toen gingen alle kinderen van Swolgen en Tienray in hun eigen dorp naar de lagere school en werden beide scholen gemengd. Zuster Willibrord werd hoofd van de nieuwe gemengde Mariaschool.
Zij werd in 1963 opgevolgd door Harrie Raaijmakers uit Geertruidenberg. Op 1 december 1995 nam hij afscheid. Op het einde van het schooljaar 1980-1981 nam zuster Mechtelt afscheid van de Mariaschool wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Zij was de laatste kloosterling, die aan de lagere school verbonden was.