De Annapurna is de minst beklommen berg met relatief de meeste slachtoffers.
Deel 1: Blote voeten.
Aan de tocht naar Kathmandu in 1977 gingen twee jaar aan voorbereiding vooraf, waarbij ook de samenstelling team hoorde. Er waren 11 Nederlandse klimmers (members) onder leiding van de inmiddels overleden hoogleraar Xander Verrijn Stuart. Mensen die aan het woord komen: Jan van Banning, Paul Hopster, Gerard Janssenen Henk Hovinga journalist, filmer uitgezonden door de AVRO, deed verslag. Hij sleepte veel apparatuur mee.
Mathieu van Rijswick, de elektrochemicus was geboren in 1948. Hij was de slimste van allen, was erg mager en doorzetter en haalde de top. Het vertrek vanaf Schiphol vond plaats op 21 augustus 1977. Allen hadden de kleding voor de beklimming aan om kosten te sparen. Naast de elf Nederlandse klimmers waren er elf Nepalese sherpa’s (gidsen). Zij droegen donskleding en schoenen en werden met de bus naar Katmandu gebracht. Er waren 187 Nepalese dragers die in en op vrachtwagens naar het beginpunt werden gebracht. Zij liepen op blote voeten en droegen elk 30-35 kilo bepakking. De dragers kregen elke dag naast hun loon tien sigaretten. In totaal waren er vijftienduizend sigaretten nodig, waarvoor een speciale drager was aangesteld. Om de goden gunstig te stemmen werden vooraf offers gebracht.
Deel 2: Langs de sikkel
Menn gaat in groepjes op onderzoek uit. Er komen vijf tussenkampen. Op 14 september zijn er al twee kampen. Men moet telkens tweemaal inademen om één stap te maken. Op 27 september is men in kamp 2 op 5100 meter aangekomen. Men is onzeker over de route naar kamp 2 op 5100 meter. Drie van de klimmers onder de lawine. Vanuit kamp 2 enkele routes geprobeerd. Rechts om de sikkel. Henk Hovinga raakt de weg kwijt. De route gaat via vlaggetjes. Daar proberen ze boven te komen. Lawines maakten lawaai als een trein. Men kiest de markante route, de Nederlandse route. De psycholoog doet onderzoek met behulp van 15 vragen. De sherpa’s doen het zware werk. Nederlanders worden naar boven te sjouwen. Er is veel stuifsneeuw. Op 3 oktober is men op 6800 meter.
Deel 3: Mandarijnen en pisflessen
Op 2 oktober is er een omslag van het weer. Kamp 4 is onder gedolven onder sneeuw. Het wordt een race met de tijd. Op 12 oktober is de laatste mogelijkheid om de top te halen. Mathieu is nog steeds fit. Er komen twee groepen, die het om de beurt gaan proberen. Op 12 oktober zijn ze op 8091 meter hoog. Met 15 kilo bepakking gaan ze naar boven.
Deel 4: Zonder touw
Op 12 oktober 1977 waait er een gure wind. Sherpa Sonam en Mathieu staan buiten en moeten vertrekken, Paul gaat ook mee maar krijgt pech. Op 13 oktober 1977 om 14.15 uur bereiken Mathieu en Sonam de top. De expeditie is geslaagd. Volgens de deskundigen heeft Mathieu de expeditie gedragen. Het was een dubbeltje op zijn kant. Er zijn geen doden gevallen en er was minstens één lid boven. Ze hebben zich drie weken niet gewassen.Bij terugkomst in Nederland vindt een ontvangst plaats met koningin Juliana op paleis Soestdijk. Ook sherpa Mingma is erbij.
Hieronder ziet U Mathieu van Rijswick, zittend op een bankje in het shirt van fietsclub Woensel. De stuurtas is van het merk Ortlieb. Wilt U meer weten over zijn vele fietstochten ga dan naar: crazyguyonabike.com en vul dan Mathieu in.