Tienrays fanfare, momenteel Muziekvereniging Tienray. (MVT)
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, alvorens de oprichting van Tienrays fanfare een feit was. Al op 13 juli 1909 waren er plannen om tot de oprichting van een fanfare te komen. In een brief van die datum vroeg Anselm van de Voort aan pastoor Von Bönninghausen om advies. Destijds kon geen enkele vereniging opgericht worden zonder zo’n gevraagd of ongevraagd advies. De pastoor vond echter, dat zo’n vereniging in Swolgen moest komen, omdat Tienray volgens hem veel te klein was. De Tienrayse leden zouden dan wel de processies op kunnen luisteren, zoals in Kevelaer. Hij wees ook nog op het aanstellen van een vakkundige dirigent.
Op 8 januari 1913 schreef Maria Schoofs een brief aan pastoor Von Bönninghausen, die op dat moment in het ziekenhuis in Utrecht verbleef. Daarin meldde ze de pastoor, dat er begin 1913 een vergadering in Tienray was geweest, om tot de oprichting van een harmonie te komen.
Constant Dietz
Op 26 januari 1913 schreef K.J. Hoeken uit Swolgen aan de pastoor, dat Ger Wijnhoven uit Tienray met Swolgen wilde samenwerken bij de oprichting van een muziekvereniging. Meester Hermans uit Meerlo vond, dat men moest wachten, tot de pastoor uit het ziekenhuis was. Op nieuwjaarsdag in 1914 werd de vereniging opgericht, min of meer tegen het advies van de pastoor in. De fanfare zou alle processies en alle feesten in het dorp muzikaal opluisteren. Aan de gemeente zou men een traktement (subsidie) vragen.
Begin 1914 hadden zich 27 leden aangemeld. Waarschijnlijk was het aanvankelijk de bedoeling, dat de heer Fleuren, hoofd van de school in Swolgen, directeur van de fanfare zou worden. Omdat er echter geen Swolgense leden waren, zag de heer Fleuren, hoofd van de school aldaar, daarvan af.
Anselm van de Voort werd aangesteld, om de leden de muzieknoten aan te leren. Iedere avond kwam een groepje leerlingen rond de grote tafel in de keuken zitten. Al zingend werden de noten aangeleerd. Toen er instrumenten kwamen, werd het lawaai in die keuken nog erger.
De eerste dirigent van de fanfare werd de heer Rinket, die in Venlo muzikant was van het muziekkorps van het tweede regiment infanterie. Wekelijks werd onder zijn leiding in “De winkel” gerepeteerd. Direct na school kwamen de jongens en later op de avond de volwassenen. Voor meisjes was er destijds geen plaats. Op zaterdag – en zondagavond bleef men in de keuken bij Van de Voort repeteren. In mei 1914 werd de eerste muzikale wandeling door het dorp gemaakt. Van tevoren kwam een fotograaf een statiefoto maken. Het eerste concert zou al op 9 augustus 1914 gegeven worden. Dat kon helaas niet doorgaan, omdat de eerste wereldoorlog acht dagen eerder uitgebroken was. Nederland bleef neutraal, maar de heer Rinket moest naar de kazerne. Rinket werd opgevolgd door Constant Dietz. Deze muzikale man was destijds werkzaam op het notariskantoor Esser in Horst. Later werd hij directeur van steenfabriek Van Daal en Co en vestigde hij zich in Tienray op Kloosterstraat 6.
Hij had zijn sporen al verdiend als directeur (dirigent) van Venlona in Venlo en van het Horster Mannenkoor. Constant Dietz heeft de fanfare naar de hoogste regionen van de Nederlandse amateur-muziek geleid. Onder zijn leiding behaalde Tienrays fanfare de eerste successen.
In mei 1919 werd met negentien muzikanten deelgenomen aan een concours in Culemborg.
In 1922 volgde Utrecht, in 1923 Weert en in 1924 in Linne. Daar werden tijdens het concours maar liefst 358 van de 360 te behalen punten in de wacht gesleept. De fanfare vroeg in 1923 om toekenning van het predicaat “Koninklijke”. Vanuit Maastricht werden veel vragen gesteld. Men wilde onder andere weten, of Dietz wel gediplomeerd was en men was benieuwd naar het repertoire. Het predicaat is nooit verleend.
In 1926 werden festiviteiten georganiseerd om het koperen bestaansfeest te vieren. Deze feesten vielen letterlijk in het water. De vele deelnemers wisten toch een droog onderkomen te vinden in één van de zeventien cafés, die ons dorp rijk was. Na het overlijden van Constant Dietz in 1931 kwamen diverse dirigenten voor het korps te staan. Allen echter voor korte tijd.
Voor de fanfare braken moeilijke tijden aan, omdat er onenigheid in de vereniging ontstond. De problemen ontstonden toen de heer Pouwels grote kans maakte bestuurslid te worden. De familie Driessen was het daarmee niet eens, aangezien genoemde kandidaat niet zo´n goede naam had in Tienray. Vijf muzikanten uit de familie verlieten de fanfare, een ontredderd groepje achterlatend. Men kon niet meer verder. Volgens de statuten werden de instrumenten toen ingeleverd bij de kerk en kwam de fanfare onder het kerkbestuur te staan met pastoor Dinckels als voorzitter. In 1939 waren de problemen blijkbaar opgelost, want het zilveren feest werd gevierd. Dit feest werd een groot succes want er kwamen zeshonderd harde guldens binnen.
Tijdens de oorlog werden de activiteiten stil gelegd, omdat men zich niet wenste te onderwerpen aan de reglementen van de “Kulturkammer”.
Direct na de oorlog werd de draad weer opgepakt. De instrumenten werden flink opgeknapt en onder leiding van de rector van het klooster, de heer Verhoof, werd er weer volop gerepeteerd. In 1948 volgde Jan Dietz, de zoon van Constant, hem op en werd er weer aan veel concoursen deelgenomen. In 1951 ging men maar liefst driemaal op concours namelijk in: Heeze, ’s Heerenberg en Kerkrade. In 1952 waren er volgens pastoor Dinckels grote financiële problemen. Er was een grote schuld. Toch presenteerde de fanfare zich in 1954 wéér in Kerkrade. Met vijf en twintig muzikanten, zonder uniform, werd deelgenomen aan het Wereld Muziek Concours.
Tienrays fanfare werd nationaal en internationaal kampioen. De promotie naar de superieure afdeling was een feit en de fanfare kreeg twee kampioenswimpels uitgereikt. Met die twee kampioenswimpels voorop werd “Maria, Sterre der Zee” bij haar rondgang door Limburg bij de overweg van Tienray afgehaald en met marsmuziek naar de kerk begeleid. Op de avond van 30 augustus 1954 werden in een bomvolle kerk in Tienray de concoursnummers “Tarras Boelba” van A. George en “Scenes Ecossaises” van G. van Roeck ten gehore gebracht. Volgens een hevig ontroerde Jan Dietz speelde Tienrays fanfare toen nog beter dan in Kerkrade. Een rustige tijd brak aan en in 1959 zegde men zelfs af voor deelname aan een concours.
In 1962 ging Tienrays fanfare op concours in Neer. Echter niet onder leiding van de zieke Jan Dietz, maar van oud-lid Sraar Rutten uit Canada. Deze was als militair musicus op tournee in Europa en tijdens zijn verlofdagen stoomde hij de fanfare klaar voor het concours. Een fraaie eerste prijs was het resultaat.
In 1964 werd het gouden jubileum op uitbundige wijze gevierd en werden voor het eerst uniformen aangeschaft. Een van de geschenken, die men aangeboden kreeg, was het vaandel, dat door de Missiezusters van het Kostbaar Bloed was ontworpen en vervaardigd. Op de feestvergadering van dit gouden jubileum werden maar liefst zeventien bondsinsignes opgespeld voor het vijfentwintig of veertig jarig lidmaatschap. Mevrouw Dittrich werd beschermvrouwe van de vereniging.
Bij zijn afscheid in 1968 werd Jan Dietz benoemd tot eredirecteur. Zijn verdiensten werden bovendien gehonoreerd met een robijnen bondsinsigne en kreeg hij van Tienrays fanfare een vliegreis naar Londen aangeboden. Op 13 januari 1970 overleed hij te Eindhoven. Twaalf dagen later nam heel Tienray en veel muzikanten uit Noord-Limburg afscheid van hem in een bomvolle kerk.
Zijn opvolger was Sjaak Kessels uit Neerkant. Onder zijn leiding werden fraaie resultaten behaald tijdens de concoursen in Heerlen, Dieteren en Nieuwstad.
Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaansfeest in 1974 speldde burgemeester Dittrich van de gemeente Meerlo-Wanssum in opdracht van de koningin de “zilveren erepenning van verdiensten” op het vaandel. In hetzelfde jaar mocht Tienrays fanfare het bondsconcours organiseren, waaraan maar liefst vierentwintig korpsen deelnamen. Voor het bijprogramma was de Vader Abrahamshow gecontracteerd en voor de kinderen de Kluk Klukshow. Het werd een grandioos succes.
In 1977 werd Sjaak Kessels opgevolgd door Jo Laeven uit Wychen, muzikant van de Luchtmachtkapel. Hij bleef slechts drie jaar en ging in Deurne met de fanfare op concours.
De resultaten vielen erg tegen. In dat jaar werd tevens besloten om nieuwe uniformen aan te schaffen.
Peter Peters uit Venlo nam het dirigeerstokje over in 1980 en leidde Tienrays fanfare in 1983 in Horn met 306 punten naar een eerste prijs met de werken: “Der Damon” en “Quo Vadis”. In 1987 behaalde de fanfare in Voerendaal 304 punten met de werken “Image” en “Prometeus”.
In 1989 werd het vijfenzeventig jarig bestaansfeest gevierd met een groot tentfeest. De feesttent stond op het terrein van meubelfabriek P. Verstraelen, aan de Zwanenweg. In 1989 kwam er ook een belangrijke wijziging in de structuur van de jeugdopleiding. De vijf fanfares uit onze gemeente bundelden hun opleiding in de stichting “HaFaBa Meerlo-Wanssum”, een keuze, waar we tot heden erg gelukkig mee zijn.
In 1990 kwam Antoine van Buggenum voor het korps te staan en werd er besloten een stapje terug te doen en vrijwillig te degraderen naar de eerste afdeling. De reden hiervoor was, dat het korps sterk uitgedund was en veel jeugdleden telde.
In 1991 verwisselde de vereniging andermaal van uniform. Na de nodige acties om dat financieel mogelijk te maken, trok de fanfare in september door het dorp om het nieuwe tenue te presenteren.
Op jeugdgebied ging het de fanfare voor de wind, wat resulteerde in een flinke groei van het aantal leden. In 1993 nam Tienrays fanfare weer deel aan een concours, het eerste sinds zeven jaren. Na een zeer intensieve voorbereiding werd in oktober deelgenomen aan het concours in Kerkrade met de werken “Fiefourniek” en “Knoxille 1800”.
Het optreden werd beloond met 312 ½ punten, goed voor lof der jury en een promotie naar de afdeling “Uitmuntendheid”. In 1997 ging men in Kerkrade op concours met 297 punten als resultaat. Eind januari 1998 volgde Robert Theeuwen uit Helenaveen Antoine van Buggenum op als dirigent. Zijn opvolgster werd in 2001 Maggie Stijns.
Naast deze muzikale prestaties zijn er ook talloze leuke en gezellige activiteiten geweest in binnen- en buitenland. Jarenlang heeft de fanfare een uitwisseling verzorgd met de fanfare in Moerzeke-Kastel in België. Ook was onze fanfare te vinden op podia in Lüxem, Prüm en Krov. Jaarlijks neemt de fanfare deel aan het carnavalsconcert op dinsdag en dan werd vooral voor de nodige hilariteit gezorgd. Tot 1976 verzorgde de blaaskapel, bestaande uit leden van Tienrays fanfare, belangeloos de opluistering van carnaval en vele andere feesten.