De rechtszaak in Roermond

De officier van justitie heeft de dader uitgeschilderd als een “lelijken gevaarlijken moordenaar van den weg”. Hij eiste negen maanden gevangenisstraf, het maximale. De dader kwam als zeer onverschillig over en wist zich niets meer te herinneren van het ongeluk. Hij had geen fietser op de weg gezien, hij had wel wat gedronken maar was niet dronken. Hij had na het ongeluk direct de wagen aan de goede kant van de weg gezet. Op de vraag waarom moest Janssen het antwoord schuldig blijven.
President: Jullie zijn de hele middag op stap geweest en maken nog grote praatjes. Je bazuint rond, dat je hoogstens één maand gevangenisstraf zult krijgen.
Officier: Jij moest levenslang krijgen. Dat alles maakte totaal geen indruk op de dader.
Er kwamen verschillenden getuigen aan het woord:
De vijf mede inzittenden hadden niets gemerkt van het ongeluk en moesten wakker gemaakt worden. M.H. Janssen verklaarde dat hij tijdens het rijden aan zijn haren werd getrokken door één van de medereizigers. Daardoor miste hij de bocht en belandde op de linker weghelft. Hij schampte tegen de boom. De verdachte had ook nog getracht de marechaussee om de tuin te leiden. Hij verklaarde zeven à acht glazen bier te hebben gedronken en enkele borrels.
Dr. J.P.L. Hulst uit Leiden had de lijkschouw gedaan en had geconstateerd, dat het hele lichaam gekneusd was en verwond en vrijwel alle beenderen waren gebroken. Het lichaam zat tegen de boom gewrongen. Wachtmeester A. Brekelmans had geconstateerd, dat verdachte van het rechte spoor was afgeweken. Verdachte had bovendien de wagen naar de rechter weghelft verplaatst.
Inzittende P.H. van Dongen 24 jaar arbeider, verklaarde dat ze goed bier hadden gedronken en lollig waren maar niet zat. Hij had niets van de aanrijding gemerkt, alleen dat “de ruut rammelde”. Wethouder Th. J. Kessels uit Meerlo had de auto langs zien komen en schatte de snelheid op negentig km per uur.
De officier van justitie vond het erg, dat hij niet meer dan negen maanden mocht eisen. Hij was verbaasd over het feit, dat verdachte in de cafés opschepte en zei dat ze hem niets konden maken in Roermond. De verdachte verwachtte een maximale straf van één maand. De officier eiste negen maanden celstraf en intrekking van het rijbewijs.
De verdachte zei dat hij mensen achter zich had, die er voor zouden zorgen, dat hij niet te veel straf kreeg. De dader toonde totaal geen berouw.
De uitspraak was op dinsdag 12 oktober 1937. Janssen kreeg 6 maanden gevangenisstraf en intrekking van het rijbewijs voor de tijd van een jaar.