Hanna van de Voort
Aparte aandacht willen we inruimen voor deze wijkverpleegster en kraamverzorgster. Zij heeft samen met haar ouders en Nico Dohmen 123 joodse kinderen in de regio ondergebracht. Zodoende heeft zij samen met de pleeggezinnen bijna al deze kinderen van een wisse dood gered. Vanuit de Hollandse Schouwburg in Amsterdam werden regelmatig pakjes koffie (jongens) of thee (meisjes) naar Venlo of Venray gebracht. Thuis op Spoorstraat 10 kregen de kinderen eerst les in de katholieke leer en onderricht over het stratenplan van Rotterdam. Er werd duidelijk gemaakt, dat deze kinderen wees geworden waren door het bombardement op Rotterdam in 1940.
Daarna gingen de kinderen naar pleegouders tot zelfs in Gennep en Grubbenvorst toe. Ze bezochten de gewone scholen en leerden braaf de catechismus. Moeilijk plaatsbaar waren de jongens tussen tien en vijftien jaar. Daarom loofde de organisatie in Amsterdam zelfs een baby uit bij plaatsing van een jongen uit deze leeftijdsgroep. Die baby´s waren erg gewild, vooral de “zwartjes” (donkerharige baby´s) onder de meisjes.
De pleegouders kregen een geldelijke vergoeding, kleding en schoeisel. De benodigde bonkaarten voor kleding en voedsel kwamen uit Amsterdam.
Niet alleen voor joodse kinderen kon een beroep gedaan worden op Hanna, ook volwassenen wisten haar te vinden. De families Peres en Ratzker, in totaal met zeven personen, stonden onaangekondigd op de stoep.
Ook diverse Franse krijgsgevangenen, die ontsnapt waren, klopten aan en werden via Sevenum naar België gebracht. Toen in de buurt van Melderslo een Amerikaanse bommenwerper neergestort was, waren Thomas Wilcox uit Ohio en Mac Neil uit New York nog dezelfde avond in huize Van de Voort. Zij waren per parachute neergekomen langs de spoorlijn, vier kilometer ten oosten van Melderslo. Nico Dohmen bracht hen naar de familie Mooren in Meerlo. Na verloop van tijd kwamen Thom en Mac bij Ciska en August Geurts in Swolgen terecht. Het werd hen te heet onder de voeten, toen de Duitsers in de boerderij een veldkeuken wilden inrichten. Uiteindelijk belandden ze in het klooster in Tienray, waar ze tot daags voor de bevrijding verbleven. Zij assisteerden onder andere zuster Majola bij het injecteren van de nog aanwezige varkens tegen vlekziekte. Wilcox bracht op 4 mei 1995 een bezoek aan Tienray.
Het verraad.
In de Groene Lantaarn verbleef sinds 1942 Lucien Nahon uit Gulpen. Hij was controleur van de Landstand en was erachter gekomen waar de joodse kinderen ondergebracht waren.
Nadat hij de gegevens aan de politiecommandant O. Couperus had doorgegeven, vond op 1 augustus 1944 een razzia plaats. Enkele hoofden van gezinnen, waar joodse kinderen ondergebracht waren, werden opgepakt. Hun verhaal kwam blijkbaar heel geloofwaardig over. Deze mannen waren uitgegaan van de veronderstelling, dat de kinderen inderdaad uit Rotterdam kwamen. Vier kinderen kwamen in het concentratiekamp om het leven: Floortje de Paauw (15-12-1933), Wim de Paauw (17-12-1934), Louis van Wezel (16-5-1936) en Dick van Wezel (6-3-1934), die in Broekhuizenvorst was opgepakt.
De kinderen De Paauw stierven op 6 september 1944 in Auschwitz, de kinderen Van Wezel stierven waarschijnlijk eveneens in Auschwitz op 18 oktober 1944. Rebecca (Beppie) Aldewereld, 18 jaar en levend onder de schuilnaam Truuske Smits werd ook opgepakt, maar overleefde de oorlog. Na de bevrijding bezocht ze met tatoeage op de arm en kaal geschoren hoofd de familie Martien en Lieske van Leest, waar ze tijdens de oorlog ondergedoken was geweest (Spoorstraat 45). Hanna werd gearresteerd en verbleef negen dagen in een cel in Vught, waarna ze vrij kwam.
Haar gezondheid was zodanig geschaad, dat zij op 26 juli 1956 overleed. Ze ontving nog hetzelfde jaar een postume onderscheiding van de Israëlische ambassadeur. Op 5 mei 1957 werd een plaquette aangebracht op de voorgevel van haar ouderlijke woning en in Israël werd, ter nagedachtenis aan haar, een boom geplant.
In 1971 werd in Tienray een plein naar haar genoemd. Het Hanna van de Voortplein is intussen verfraaid met een monument, van de hand van kunstenares Elly v.d. Broek.
Na de oorlog moesten de pleegouders afstand doen van “hun” kinderen. Nahon kreeg vijf jaar gevangenisstraf en ontzetting uit het kiesrecht. Nico Dohmen was jaren lid van de Raad van Bestuur van Douwe Egberts en bleef zodoende in de koffie en thee.
Zowel Hanna van de Voort als Nico Dohmen werden in 1987 geëerd met de Israëlische onderscheiding Yad Vashem. Voor Hanna gebeurde dat postuum.
Op 3 april 1990 worden Martien en Lieske van Leest in Amsterdam met dezelfde onderscheiding geëerd. Voor Martien gebeurde dat postuum.