In november 1944 werd de mooie kapel door de Duitsers opgeblazen. Direct na de oorlog kwam op de puinhopen van de kerk een overdekt altaar en plaatste Anselm van de Voort een kleine Lourdesgrot. Daardoor was het mogelijk de diensten buiten te doen. Pastoor Dinckels had nog kans gezien twee stenen van de grot te redden, die pastoor Maessen destijds uit Lourdes meegebracht had.
De kerkdiensten werden eerst gehouden in de kloosterkapel en later in de school, die in het klooster gevestigd was. Kerstmis 1944 werd gevierd in de school. Intussen werd de schuur, die Ger Wijnhoven, kerkmeester en hotelhouder, ter beschikking had gesteld, opgeknapt en ingericht als noodkerk. Deze “schuur” staat nog steeds aan Bernadettelaan 2.
Op 4 augustus 1945 werd de noodkerk ingezegend en een dag later in gebruik genomen. Het Allerheiligste en het Genadebeeld werden in processie afgehaald van de meisjesschool in het klooster. De kinderen deden op die dag ook hun plechtige H. Communie. Het genadebeeld kreeg een plaats op het hoofdaltaar. Natuurlijk kwam er ook een grot in. Dit maal gebouwd door Piet Cruijsberg.